Hoop

In een rolstoel rijden we de lange verlaten gangen door, op weg naar de uitgang. Het hele ziekenhuis is uitgestorven en alle opgenomen patiënten zijn al onderweg naar dromenland. Dromenland… was vandaag maar een droom. Maar als ik kijk naar de blauwe prik-plekken op mijn handen en armen, dan weet ik dat we de dag van vandaag nooit meer zullen vergeten.

We rijden langs de wachtruimte van gisteren. Afdeling Triage. Het is er nu verlaten en donker. De ruimte zit zelfs op slot en toch spiek ik door de glazen wand naar binnen. Gistermiddag lag ik daar bijna twee uur lang op de rij met stoelen, te wachten op mijn onderzoeken. Met mijn ogen dicht en mijn handen rond mijn buik. Zoveel angst. Zoveel pijn.

Maandag begonnen de krampen. Na al weken van bloedverlies volgen de controle echo’s bij de verloskundige elkaar in rap tempo op. Onze kleine kipnugget, zoals ik je vaak gekscherend noem, groeit goed. Je hartje klopt als een zonnetje en je ligt zelfs al een stukje voor op de groei, waardoor we wat dagen vooruit worden gezet.

En het bloedverlies…, het past ook bij het beeld van mijn vorige zwangerschappen. Kennelijk iets wat bij mij hoort en waar ik me niet teveel zorgen om moet maken. Dus dat probeer ik dan ook. Echt, ik doe mijn best!

Maar bloed in combinatie met krampen, dat ken ik niet. En ik wil er eigenlijk helemaal niets van weten. De buikpijn komt en gaat. Regelmatig om de zoveel minuten. Maandagavond lig ik in bed en ik probeer aan leuke dingen te denken. Ik voel je draaien en bewegen en toch zit het me niet lekker. Maar als ik dan een paracetamol inneem, dan is de pijn weg en keert de rust weer terug. In mijn buik, maar ook zeker in mijn hoofd.

Dinsdagmorgen keren de krampen terug. Strijdvaardiger en vernielend. Opnieuw bellen we de verloskundige, evenals de dag erna. De echo’s laten prachtige beelden zien van jou. Met je beentjes ontspannen over elkaar gekruist zoals we inmiddels van je kennen. Maar het stelt me niet meer gerust.

De krampen komen me bekend voor, maar dan bij een stadium van 41 weken. Hoogzwanger met de tijd die rijp is. Het zijn verdomme weeën en ik wil naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Want, wat heb ik aan een gezond kindje als mijn vliezen het niet redden?

De verloskundigen bellen het ziekenhuis en we kunnen direct terecht. Maar met een bomvolle Triage duurt het wachten lang. Zenuwslopend lang. Uiteindelijk worden we binnengeroepen door een vriendelijke gynaecoloog. Er wordt opnieuw naar jou gekeken. Via de buik, maar ook inwendig. Ik spiek nog even mee, maar ik kan er niet meer van genieten. Ik ben zo bang om je te verliezen, dat de hoop langzaam vervliegt.

Maar de baarmoeder lijkt op slot en in tegenstelling tot jouw mama, lijk jij alles behalve gestrest. Een urine test wijst uit dat de ontstekingswaarden wat verhoogd zijn. Net zoals mijn lichaamstemperatuur. Met een kuurtje van zeven dagen op zak, moet ik me binnen 24 uur al beter gaan voelen. Niemand weet op dat moment dat er zich binnen diezelfde 24 uur een nachtmerrie zal voltrekken.

Een nachtmerrie die we vanaf nu met ons mee naar huis nemen. Rijdend door de lege gangen van het ziekenhuis. Op weg naar huis. Op weg naar jou.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.